Naar een toekomstgerichte bouwketen

Olivier Vandooren heeft een goed zicht op trends en evoluties binnen de bouwsector. Net daarom hebben we de directeur-generaal van Buildwise gekozen om op ons BouwForum te spreken over de toekomstgerichte bouwketen. Wie nog twijfelt aan het belang van dit thema, vindt hieronder een voorzet. Welke bouwbedrijven zijn de winnaars van morgen? En wie zijn de verliezers?

De toekomst voorspellen, is een riskante bezigheid. Je kan er met de grootste zekerheid mijlenver naast zitten. Maar je kan ook inschatten welke richting het misschien uitgaat. De juiste vraag is het begin van een juist antwoord. En vragen zijn er genoeg voor de bouwbedrijven. De vraag naar meer duurzaamheid, waarin circulair bouwen een belangrijke rol speelt. De vraag naar technologie, om het bouwproces efficiënter te maken. De vraag naar nieuwe woonvormen, omdat de bevolking verandert … En de belangrijkste vraag van allemaal: hoe spelen bouwondernemers hierop in?

 

Andere bedrijfsmodellen

Bouwen is vandaag grotendeels een lineair gebeuren. Het stramien is eenvoudig: een opdrachtgever zoekt een architect, een aannemer zet de plannen om in een gebouw en nog een andere speler is verantwoordelijk voor het onderhoud en eventuele herstellingen. Over sloop – jaren later – en mogelijk hergebruik van een gebouw wordt zelden nagedacht.

Het huidige bedrijfsmodel is om meerdere redenen moeilijk houdbaar. Eens een project is opgeleverd, valt er voor aannemers geen extra winst te behalen. Die komt er alleen door nieuwe opdrachtgevers aan te trekken en nieuwe projecten te bouwen. Bovendien worden projecten almaar complexer en vergroot de kans op fouten en dus hogere kosten. Nog een nadeel: met de huidige manier van werken, is het onmogelijk om de Europese klimaatdoelstellingen te behalen. En we blijven als sector gevoelig voor geopolitieke spanningen, die onder meer resulteren in hoge materiaalprijzen. Welke oplossingen zijn er?

 

Van producten naar diensten

Het begrip circulair bouwen behoeft weinig uitleg. Minder materialen gebruiken, minder afval creëren, minder leegstand van gebouwen … Niemand die tegen is. Maar los van de vele leerrijke white papers en proefprojecten blijft het zoeken naar een bedrijfsmodel om het principe op grote schaal toe te passen. Eén van de mogelijkheden zijn product-dienstcombinaties, een model waarbij het product eigendom blijft van de verkoper. Wat de klant dan wel koopt, zijn de functionaliteit en het gebruik van het product. Om de Amerikaanse futuroloog Alex Steffen te citeren: ‘De mensen willen geen boormachine, ze willen gewoon een gat in de muur.’

Inzetten op product-dienstcombinaties, maakt dat we zorgvuldiger omspringen met materialen, en gaan nadenken over wat er met een product of gebouw gebeurt eens het einde van de levensduur is bereikt. Beter herstellen en hergebruiken dus, dan weggooien en vervangen. Materialen, producten en technologie aanbieden als dienst, heeft bovendien het potentieel om ze voor gebouweigenaars betaalbaar te maken. De kosten worden gespreid in de tijd. En piekeren over defecten hoeft niet langer. Immers diegene die ze plaatst of verkoopt, doet ook het onderhoud. In plaats van een eenmalige verkoop, ontstaat dus een langetermijnrelatie met de klant, en een continue inkomenstroom.

 

Digitalisering en urban mining

Een nauwer contact tussen bouwbedrijf, onderaannemer, opdrachtgever, ontwerper en producent van bouwmaterialen, vraagt ook om een accuratere uitwisseling van informatie. BIM, voluit Building Information Modeling, biedt hier interessante mogelijkheden. Maar veel meer nog dan vandaag het geval is, zal het BIM-model moeten inzetten op inventarisering: in welke toestand en op welke precieze locatie in een gebouw bevinden zich herbruikbare materialen?

Parallel aan de digitalisering ontstaan wellicht ook nieuwe bedrijven, specialisten die materialen opsporen in bestaande gebouwen, die de kwaliteit van die materialen kunnen inschatten, en die ze weer geschikt maken voor gebruik. Dat betekent dat ook handenarbeid een toekomst heeft. Het zou naïef zijn ervan uit te gaan dat de hele bouwketen zomaar kan omschakelen naar een nieuwe manier van werken. Daarvoor is de bouwsector te complex en te divers. Het zou nog veel naïever zijn ervan uit te gaan, dat de succesformules uit het verleden ook morgen nog zullen werken.